Het is al meer dan 40 jaar geleden dat Koos Koster uit Sint Anne werd doodgeschoten in El Salvador. Maar nu zullen de verantwoordelijken toch eindelijk voor de rechter komen.
Koster werd in 1936 geboren in Sint Anne, de plek waar zijn vader dominee was. Hij groeide op en legde zich toe op de theologie. Tot hij geïnteresseerd raakte in de journalistiek.
Na een tijdje in de DDR vertrok hij naar Latijns-Amerika. Hij vestigde zich in Chili, waar hij in 1973 na een staatsgreep werd vastgezet.
Hij woonde daarna in Peru en Mexico en maakte regelmatig reportages in El Salvador. Dat werd hem in 1982 fataal.
Het was 17 maart toen Koster samen met collega-journalisten Jan Kuiper, Hans ter Laag en Joop Willemsen in een val van het leger liepen. In Chalatenango werden ze door soldaten doodgeschoten.
De vier deden toen voor omroep IKON verslag van de burgeroorlog in het land. Daar werden ze beschuldigd van steun aan de guerrillastrijders.
Toen ze voor een reportage in guerillagebied probeerden te komen, werden ze opgewacht en doodgeschoten. Dat zou gepland zijn door kolonel Mario Reyes Mena.
Hij is één van de drie verdachten die nu voor de recht moet verschijnen. Al moet hij eerst nog uitgeleverd worden van de Verenigde Staten naar El Salvador.
Ook oud-minister van Defensie Guillermo Garcia en chef van een speciale politie-eenheid Francisco Antonio Morán worden aangeklaagd. Zij worden verdacht van het geven van de opdracht voor de hinderlaag.
Twee andere verdachten, een legerleider en de commandant van de eenheid die de journalisten neerschoot, zijn al overleden.
Garciá en Morán werden in 2022 al aangehouden. Jan Schmeitz, die in 1982 als correspondent veel optrok met Koster en zijn kompanen, is verbaast dat ze nu toch aangeklaagd worden.
“Vanwege de huidige politieke constellatie van hardliners dacht ik dat er niks van gaat komen. Maar er waren verschuivingen in de standpunten van de officieren, en een rechter die onbevreesd toch maar doorgaat. Ik was verbaasd”, zegt Schmeitz tegen de NOS.
Schmeitz legt uit dat een veroordeling veel kan betekenen in een verdeelde samenleving als El Salvador. “De extreemrechtse regering en president laat onvoorwaardelijke steun zien voor de strijdkrachten. Sommige van hen zijn zelfs trots op wat ze toen gedaan hebben.”
“Tegelijkertijd wachten nabestaanden van de burgeroorlog nog steeds op een gevoel van rechtvaardigheid. Voor die mensen is de steun voor dit soort processen groot, vooral als de daders veroordeeld worden”, aldus Schmeitz.