
Foto: Omroep Zilt, Lennard Geerts
Een 26-jarige Tzummarumer zou op Hemelvaartsdag vorig jaar in de feesttent in zijn dorp iemand tegen het hoofd hebben geschopt. Vrijdag bij de politierechter ontkende hij.
Een van de aanwezigen in de feesttent liep een gebroken neus op en een beschadigde voortand. De man was afgegaan op tumult en wist nog dat hij werd tegengehouden door een beveiliger. Het volgende moment lag hij met een bebloed gezicht in het mobiele toilet.
Twee getuigen hadden verklaard dat de Tzummarumer het slachtoffer tegen het hoofd had getrapt. De verdachte had in elk geval eenmaal geschopt volgens een getuige. De Tzummarumer bestreed dat. Hij was naar de feesttent gegaan toen hij hoorde dat zijn zus onheus werd bejegend.
Een van de daders zou een achternaamgenoot van het latere slachtoffer zijn geweest. Toen hij in de tent kwam was het volgens de Tzummarumer “één grote kluit van mensen.”
Iedereen straalbezopen
Hij dacht dat zijn zus ertussen stond en wilde haar eruit halen. In zijn beleving had hij eenmaal een poging gedaan om een klap uit te delen, of de tik was aangekomen wist hij niet.
De twee getuigen waren vrienden van het slachtoffer wist advocaat Paul Logemann. Logemann betwistte de betrouwbaarheid van de verklaringen, mede omdat vrijwel iedereen in de tent volgens de raadsman “straalbezopen” was. De advocaat bepleitte vrijspraak.
De rechter twijfelde ook aan de juistheid van de verklaringen en bij twijfel moet vrijspraak volgen. Dat gebeurde ook.
De vrijspraak betekent dat de zaak is afgedaan: de officier zei dat ze niet in hoger beroep zou gaan. Zij had aanvankelijk een werkstraf van 160 uur geëist voor een poging tot zware mishandeling.