Zowel het Openbaar Ministerie als de 49-jarige schipper van zeilschip Risico gaat in hoger beroep tegen de straf die de schipper heeft gekregen na een dodelijk ongeluk op de Waddenzee bij Terschelling.
De schipper kreeg een taakstraf, maar justitie had een gevangenisstraf en een beroepsverbod geëist.
Bij het ongeluk op 31 augustus vorig jaar kwam de 12-jarige Tara uit Den Haag om het leven. Zij was met haar klas op schoolreis. De schipper van de Risico kreeg twee weken geleden een taakstraf van 150 uren en een voorwaardelijke celstraf van drie maanden opgelegd.
Ouders dringen aan op hoger beroep
De rechtbank verweet het de man dat hij de keuring niet op tijd heeft laten doen, terwijl er een breuk in de giek zichtbaar was. Het schip had dus niet mogen varen. De rechtbank vond een beroepsverbod niet nodig.
De ouders van Tara en haar advocaat Mireille Veldman drongen na de uitspraak al aan op een hoger beroep. “De ouders zijn verbijsterd en kunnen dit vonnis niet accepteren. Niets brengt Tara terug, maar zo kan hij er niet mee wegkomen.”
Het OM zegt nu dat er sprake is van “ernstige schuld, waardoor de straf hoger zou moeten uitvallen”. Verder blijft het OM erbij dat de schipper een beroepsverbod moet krijgen.
‘Schuld onterecht bewezen verklaard’
De advocaat van de schipper vindt dat de rechtbank schuld onterecht bewezen heeft. De branchenormen zouden namelijk niet algemeen bekend zijn en ook de schipper kende ze niet.
Volgens de verdediging is dat de schipper onterecht wel aangerekend. Bovendien vond de rechtbank het kwalijk dat het zogenoemde bewijs van tuigage verlopen was.
Maar volgens de verdediging maakt dat geen verschil: de houtrot was namelijk niet aan de buitenkant zichtbaar en bij een keuring wordt er niet in het hout geboord.