Een 42-jarige man zonder vaste verblijfplaats verbleef een week in een woning met een hennepkwekerij in Harlingen. Daar kreeg hij vrijdag een maand celstraf voor.
De rol die de man had in de wietplantage werd niet duidelijk, maar het was wel zonneklaar dat hij na een verblijf van een week moest weten dat er op de eerste etage van de rijtjeswoning aan de Klipperstraat in Harlingen hennep werd geteeld.
Voor het ‘opzettelijk aanwezig hebben’ van de hennep moet de man een maand de cel in. Tenminste, als hij nog in Nederland is: het is niet bekend waar hij momenteel verblijft.
De politie kwam aan de deur na een melding van stankoverlast door omwonenden. De verdachte was op dat moment in de woning.
Op de eerste verdieping was een muur tussen twee slaapkamers weggebroken, er stonden 175 hennepplanten die tussen de 60 en 100 centimeter hoog waren.
Op de overloop lagen 32 vuilniszakken met potgrond en hennepafval. Waarschijnlijk, zo veronderstelde de politie, werd al een poosje wiet geteeld in de woning.
De verdachte verklaarde dat hij een poosje in de woning mocht verblijven. De bedoeling was dat hij een schutting zou bouwen. Een ongeloofwaardige verklaring, concludeerde de rechter.
De verdachte was eenmaal verhoord op het politiebureau, daarna mocht hij gaan. De rechter ging ervan uit dat de politie er weinig heil in zag om de man nog verder door te zagen. De opgelegde straf was gelijk aan de eis van de officier van justitie.