
Foto: Omroep Zilt, Lennard Geerts
Begin mei vorig jaar was een inwoner van Wijnaldum (67) op de Noorderhaven in Harlingen ingereden op een vrouw die een parkeerplekje voor haar man bezet hield.
Op de zitting van de politierechter had de Wijnaldumer achteraf heel veel spijt van zijn manier van handelen. Toen het gebeurde, begin mei vorig jaar, waren er veel spanningen in zijn leven, legde de man uit.
Maar hij was wel op de vrouw af gereden, terwijl zij had uitgelegd dat ze de parkeerplek voor haar man bezet hield. “Ik werd boos”, erkende de Wijnaldumer. Dat hij de vrouw tegen de benen was gereden, had hij niet gemerkt, zei hij bij de politie. Uiteindelijk was hij weggereden.
De vrouw hield er een pijnlijke knie aan over. Door de tik van de auto waren er artroseklachten ontstaan. De officier van justitie hield er rekening mee dat de verdachte sorry zei en nog nooit eerder met Justitie in aanraking kwam.
Voor een poging tot zware mishandeling eiste de officier een werkstraf van 120 uur, een rijontzegging van een jaar en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. Een eis die advocaat Paul Logemann als ‘buitenproportioneel’ betitelde. Logemann vond dat alleen een ‘eenvoudige’ mishandeling bewezen kon worden.
De rechter kwam, net als de officier, uit op de zwaardere variant. Er kwam wel een lichtere straf uit de bus dan was geëist: de Wijnaldumer werd veroordeeld tot een werkstraf van 60 uur plus 60 uur voorwaardelijk. De rechter zag geen aanleiding voor het opleggen van een rijontzegging.