
Oud-curator Tjitze Pasma. Foto: Omroep Zilt, Richard de Boer
Oud-curator Tjitze Pasma zat jaren achter Nol Roelevink aan. Hij omschrijft hem als ‘een charmante boef’. Zowel in Nederland als Zuid-Afrika stond Roelevink voor de rechter op verdenking van fraude. Hoe slaagde hij er steeds in een veroordeling te ontlopen?
“Nol Roelevink is uitermate slim, voorkomend en gesoigneerd. Hij spreekt keurig en ziet er altijd uit om door een ringetje te halen”, zegt Tjitze Pasma. “Het prototype van een oplichter.”
De 75-jarige oud-curator hield zich twaalf jaar bezig met Roelevink, nadat diens verzekeringskantoor Euro Consultants Noord in 2003 failliet ging. Pasma werd aangesteld om het bankroet te onderzoeken.
Euro Consultants Noord kende vanaf de start in 1998 een bliksemgroei met de verkoop van fiscaal aantrekkelijke lijfrentepolissen. Daarvoor kreeg eigenaar Roelevink royale provisies van de verzekeraars. Op een gegeven moment behaalde hij een jaaromzet van 130 miljoen euro.
Maar toen de belastingvoordelen van deze polissen werden afgeschaft, zegden klanten ze massaal op. De verzekeraar eiste de uitgekeerde provisies van Roelevink terug, maar dat geld was al uitgegeven. In mei 2003 volgde een onvermijdelijk faillissement, met een schuld die oploopt tot 4,5 miljoen euro. De grootste van de in totaal zestig schuldeisers zijn verzekeraars Stad Rotterdam (ruim 1,7 miljoen) en Hooge Huys (bijna 1 miljoen).
Curator Pasma stort zich volledig op het dossier. “Roelevink zei in een van onze eerste gesprekken tegen mij: ‘Geef me wat tijd.’ Hij zou bezig zijn met een grote transactie die geld ging opleveren”, vertelt de gepensioneerde curator in zijn Friese vakantiewoning. “Dat geld zou dan naar het faillissement gaan, zodat iedereen betaald kon worden.”
- Lees hier deel 1: Hoe Nol Roelevink al dertig jaar van geen opgeven weet
- Lees hier deel 3: “Over een jaar ben ik weer met iets bezig, en het zal succesvol zijn”
De curator gaat akkoord en geeft hem even de ruimte. “Ik zei: ‘Als jij denkt dat je het met die transactie af kunt wikkelen en je houdt je aan je afspraken, dan vertrouw ik daarop.’ Nou, dat was dus volstrekt misplaatst. Ik moest hem op zijn nek gaan zitten, want hij kwam niet over de brug met die centen. Er was altijd wat. Dan dit weer, dan dat weer.”
‘Ik zat hem te dicht op de huid’
Als Pasma Roelevink blijft vragen waar het geld van die grote transactie blijft, wordt het hem te heet onder de voeten, aldus de curator. “Ik kreeg een tip dat hij een container aan het laden was en wel eens de benen zou kunnen nemen. Ik heb toen zijn paspoort ingenomen, dat heeft jaren bij mij gelegen. Toch was hij een paar dagen later gevlogen. Ik zat hem te dicht op de huid.”
Roelevink vertrekt in juli 2003, ruim twee maanden na het faillissement van zijn verzekeringskantoor en zonder toestemming van de rechter-commissaris, met zijn gezin naar Zuid-Afrika. Pasma spreekt ondertussen veel mensen en neemt ook Roelevinks andere bv’s nauwkeurig onder de loep.
“Toen begon ik fraude te vermoeden. Maar Roelevink bleef ongrijpbaar. Hij had een leuk huis in Franeker. En dure auto’s, maar die waren al verkocht. Ik traceerde nog een dure Harley Davidson, maar die stond natuurlijk op naam van iemand anders. Met Roelevink is het zo: hij heeft nooit geld, maar het is wel ergens. Alleen weet niemand waar.”
En Roelevink zelf blijft in Zuid-Afrika acht jaar buiten het bereik van de curator. Wat hij daar precies uitspookt, weet Pasma niet. “Maar Roelevink zou Roelevink niet zijn – want hij is een ongelooflijk goede prater – als hij ook daar geen mensen wist te charmeren”, meent de curator. “Hij raakte daar betrokken bij een diamantmijn en Godbetert nog an toe, daar heeft hij de boel ook belazerd.”

Roelevink zegt dat hij helemaal niet hals over kop is gevlucht, zoals Pasma het schetst. “Ik heb nog een groot feest gegeven voordat we vertrokken. Er stond een hele week een verhuiswagen voor de deur. Dus nee, het was niet overhaast. Al had ik alles wel geregeld om meteen te vertrekken.”
Zijn paspoort heeft hij ook nooit ingeleverd, stelt hij. “Hoe had ik anders naar Zuid-Afrika kunnen reizen? Pasma had mij daarover een brief gestuurd waarin werd geëist dat ik mijn paspoort zou inleveren, maar die kwam aan toen ik al weg was.”
De grote transactie waar Pasma aan refereert, zou volgens Roelevink gaan over een mondelinge afspraak met de curator. Hij stelt dat hij 90.000 euro in drie termijnen zou aflossen om de aansprakelijkheid van zijn holding Leffert Beheer voor het failliete verzekeringskantoor Euro Consultants Noord af te wenden. Volgens Roelevink werd die afspraak door de curator geschonden toen hij in Zuid-Afrika bleek te zitten, nog voordat de overeenkomst schriftelijk was vastgelegd.
Pasma kan zich een afspraak over 90.000 euro niet herinneren. “Hij doet alsof hij een slachtoffer is van mij. Als ik naar hem geluisterd had, dan had hij 90.000 euro op het kleed gelegd. Maar daar hebben wij het nooit over gehad.”
Uitzicht op de Tafelberg
Nol Roelevink strijkt neer in Somerset West, een plaatsje vlakbij Kaapstad met uitzicht op de Tafelberg. Naar verluidt op uitnodiging van zijn neef Jan Yntema, om daar in alle rust een nieuw bestaan op te bouwen.
Hij beschikt dan naar eigen zeggen over een privévermogen van 11 miljoen euro, opgebouwd met winstuitkeringen en de overwaarde van panden die hij in Nederland had verkocht. Oorspronkelijk zou hij van plan zijn geweest om regelmatig terug naar Nederland te vliegen voor lopende zaken.
Maar dat maakt Pasma onmogelijk als de curator na zijn vertrek een strafklacht indient tegen Roelevink en de rechtbank in oktober 2003 een gijzelingsbevel uitvaardigt.
In zijn nieuwe thuisland duikt Roelevink al snel in nieuwe zakelijke avonturen. Hij ontmoet daar Jürgen Knop, een Duitser uit de bankwereld die zich ook in Somerset West heeft gevestigd. Samen zetten ze al snel nieuwe projecten op.
Een van die projecten is het ontwikkelen van een verlaten diamantmijn in Kimberley, boven Johannesburg. Dat doen ze samen met een derde zakenpartner, de houthandelaar Gregory Dicey.

2,5 miljard euro aan diamanten
Na een tragisch ongeluk waarbij tientallen mijnwerkers omkwamen, lag de mijn lange tijd stil, maar de drie zien een kans om de diamantwinning weer tot bloei te brengen. “Uit oude boringen bleek dat er nog 2,5 miljard euro aan diamanten in de grond zat”, vertelt Roelevink.
“Ik had 25 procent van het bedrijf en begon samen met investeerders en een ingenieur aan een plan om de mijn weer operationeel te maken.” Met een techniek waarbij ze tunnelwanden met spuitbeton konden verstevigen, wilden ze de mijn weer exploiteren.
Roelevink beschrijft het gebied rondom de oude mijn als een filmset. “Het leek net een western. Kimberley was een stoffig stadje met alleen maar donkere mensen, en één blanke advocaat die alles in handen had.”
Na een jaar onderhandelen met de advocaat en nabestaanden van de mijnramp weet hij alle mijnrechten te verkrijgen. Via een bankier in New York zou een lening van 100 miljoen dollar worden geregeld.
Dan gaat het mis met de plannen. “Vlak voordat we het contract voor de diamantmijn konden sluiten, kreeg ik een vreemd telefoontje van een kennis uit Kaapstad”, vertelt Roelevink.
“Hij zei: ‘Je moet die houthandelaar Gregory Dicey in de gaten houden. Die is met iets bezig.’ En dat bleek te kloppen, want op een zaterdagochtend stond er ineens allemaal politie bij mij voor de deur. Ik liep in mijn badjas naar buiten en stond meteen onder arrest. Ik vroeg: ‘Voor wat?’ De agent zei: ‘Voor fraude.’”

‘Twee moordaanslagen’
Hij belandt op zaterdag 2 februari 2006 in een politiecel in Kaapstad, samen met zijn zakenpartner Jürgen Knop. Terwijl Knop na vier dagen op borgtocht vrijkomt, blijft Roelevink langer vastzitten omdat er ook een uitleveringsverzoek uit Nederland ligt.
Vanuit Nederland doet Roelevinks advocaat er alles aan om het uitleveringsverzoek te laten intrekken en te voorkomen dat hij vanuit de politiecel naar een overvol huis van bewaring wordt overgebracht. Maar het is te laat: Roelevink is naar eigen zeggen al overgeplaatst naar een overvolle kerker.
Daar, vertelt hij, overleeft hij twee moordaanslagen. “Ik was de enige blanke daar. Een mob van twintig man stond te schreeuwen dat ik moest worden afgemaakt. Ze probeerden me aan te vallen met een mes, maar op wonderbaarlijke wijze raakten ze me nooit. De man naast me wel. Hij werd dood afgevoerd. Dat gebeurde gewoon waar je bij stond.”
Na meerdere afgewezen borgtochten besluit de rechter hem op vrijdag 8 februari toch vrij te laten. Het uitleveringsverzoek van Nederland is op dat moment ingetrokken. “Dat was een godswonder.”
Volgens Roelevink had zakenpartner Dicey aangifte gedaan van fraude en oplichting, zodat hij alle aandelen kon overnemen. Als bewijs zou hij nieuwsberichten uit Nederland hebben gebruikt waarin Roelevink als ‘oplichter’ wordt bestempeld.
“Dicey vloog naar de bankier in New York om hem te overtuigen de deal niet meer met ons te maken, maar rechtstreeks met hem. Terwijl wij vastzaten, heeft de mijneigenaar de deal met ons gecanceld. Mijn bankrekeningen waren bevroren, de deal was kapot, en mijn geld was weg.”
Gregory Dicey wil niet meer op de zaak ingaan. Op herhaaldelijke vragen van Omroep Zilt reageert hij kort via WhatsApp: “Mijn advies is: doe geen zaken met Roelevink.”
Een rechtszaak over aandelen
De mislukking van het mijnproject is voor Roelevink een zware financiële klap, maar niet zijn enige onderneming in Zuid-Afrika. Ondertussen had hij zich ook op zijn andere passie gestort: de vastgoedwereld.
“Ik kon mezelf onderhouden door huizen te kopen, te verbouwen en met winst te verkopen”, vertelt hij. “Partners zorgden voor de financiering, terwijl ik de renovaties en de inrichting regelde. We verkochten gemiddeld drie à vier huizen per jaar.”
Wanneer er een project voorbij komt om een voormalig kerkgebouw om te bouwen tot appartementencomplex, besluiten Roelevink en zijn zakenpartner Knop erin te investeren. Roelevink haalt ook twee andere vastgoedinvesteerders over om mee te doen. Deze twee leggen samen zo’n 80.000 euro in en zouden dan elk 10 procent van de aandelen krijgen, terwijl Roelevink en Knop samen 80 procent in handen hebben.
Maar in november 2005 blijft het eerste rendement voor de twee vastgoedinvesteerders uit. Twee maanden later ontdekken ze dat hun geld niet eens in het project is geïnvesteerd vanwege een conflict tussen Roelevink en de projectontwikkelaars. Hun geld krijgen ze niet terug.

In november 2009 dagen de twee Roelevink voor de handelsrechter. Ze beschuldigen hem van fraude en eisen hun investering van 80.000 euro terug. Roelevink verklaart in de rechtbank dat hij van plan was het geld terug te betalen, maar dat zijn bankrekeningen werden bevroren na zijn arrestatie in februari 2006, waardoor hij dit niet kon doen.
Bovendien had hij aandelen aan de ondernemers verkocht, dus de transactie was een aandelenoverdracht en geen lening. De rechter gaat daar in mee, concludeert dat er geen sprake was van fraude en spreekt Roelevink vrij.
Die vrijspraak had een opluchting moeten zijn, maar Roelevink is dan nog niet van zijn problemen af. Er zit jarenlang een advocatenkantoor achter hem aan die deurwaarders op hem afstuurt. Het kantoor had de verblijfsvergunningen voor zijn gezin geregeld en zijn zakelijke contracten opgesteld, maar er stond nog een open rekening van omgerekend zo’n 18.000 euro.
Advocaat Ralph Ertner van het betreffende advocatenkantoor IBN Consulting wil er weinig over kwijt, ook vanwege zijn beroepsgeheim. “We hebben veel geld verloren aan Roelevink. We houden dit hoofdstuk afgesloten om oude wonden niet opnieuw open te trekken.” Roelevink beweert het bedrag te hebben terugbetaald aan een voormalige compagnon van Ertner, al was dat contant en daardoor lastig te bewijzen.
Na al deze zakelijke tegenslagen was Roelevink naar eigen zeggen vrijwel blut. Van de miljoenen aan privévermogen die hij ooit zou hebben gehad, is na het mislukte mijnbouwproject en de rechtszaak bijna niets meer over. “Onze koelkast was soms leeg en financieel stonden we er beroerd voor.”

Curator Pasma zet juridische stappen
Tijdens Roelevinks jaren in Zuid-Afrika werkt faillissementscurator Tjitze Pasma in de tussentijd hard door aan het onderzoek naar zijn geldstromen. Aanvankelijk staat de curator met lege handen: de boedels van drie failliet verklaarde vennootschappen van Roelevink blijken niets waard.
Hij zet daarom juridische stappen om alsnog geld binnen te halen. Deze inspanningen leiden er uiteindelijk toe dat Roelevink in februari 2004 ook persoonlijk failliet wordt verklaard. Vanuit Zuid-Afrika vecht Roelevink het vonnis aan en betwist de vorderingen van schuldeisers, maar het gerechtshof stelt hem op alle punten in het ongelijk.
Ondertussen wordt de curator gebeld door talloze mensen die nog geld van Roelevink tegoed hebben uit andere zaken, en ontvangt hij zelfs vorderingen van Roelevinks tandarts. Volgens die schuldeisers moet er ergens wel geld aanwezig zijn bij Roelevink.
Een belangrijke aanwijzing komt van twee broers uit Makkum, die Roelevink kenden van de manege waar zijn dochter paardreed. De broers runden een schoonmaakbedrijf en hadden een mechanische gevelreiniger, de Skybrush, uitgevonden en laten patenteren. “Met zijn overtuigingskracht heeft hij die jongens zo ver gekregen om hun patenten en rechten onder te brengen in een gekochte lege bv”, vertelt Pasma. Dat speelde zich af in 2002.
Aanvankelijk bezaten de broers en Roelevink samen aandelen in de bv, maar de broers droegen hun aandelen al snel aan Roelevink over. “Hij overtuigde hen dat dit nodig was om het project groot te maken, want ze zouden met die gevelreiniger de wereld gaan veroveren. Hij kon makkelijker opereren wanneer alle aandelen ook bij hem in eigendom waren.”
Roelevink verkocht de aandelen vervolgens in twee etappes aan een gevelonderhoudsbedrijf in Houten, Frontplan, dat de Skybrush internationaal wilde uitrollen. De opbrengst van 305.000 euro had naar de broers moeten gaan, maar zij zagen er niets van terug. Volgens hen hield Roelevink hen vanuit Zuid-Afrika nog een tijdlang aan het lijntje met beloften dat het geld zou komen. Pasma concludeert dat Roelevink het bedrag achteroverdrukte.
Met de hulp van accountants en de FIOD weet curator Pasma de transacties helemaal te ontrafelen. Via een omweg langs rekeningen in Luxemburg en op Curaçao blijkt de 305.000 euro te zijn terechtgekomen op de rekening van Roelevinks neef in Zuid-Afrika, Jan Yntema.
Het bedrag werd begin juli 2003 overgeboekt, kort voordat Roelevink met zijn gezin in Zuid-Afrika aankwam. “Dat was die grote transactie waar Roelevink het bij mij over had toen zijn verzekeringskantoor net failliet was gegaan”, vermoedt Pasma. “Dat geld heeft hij zelf geïncasseerd en daar heeft hij vervolgens een paar jaar van kunnen leven.”
Een betrokken advocaat, Hans Kaiser, speelde volgens Pasma een sleutelrol bij het opzetten van de constructie. Hij liet de opbrengst via zijn derdenrekening doorsluizen, wat leidt tot juridische stappen tegen hem. In juni 2006 krijgt Kaiser een tuchtrechtelijke sanctie opgelegd.
“Bij het Hof van Discipline in Den Bosch kreeg hij onderuit de zak”, zegt Pasma. “Huilend liep hij het gebouw uit. Hij mocht vier maanden zijn praktijk niet uitoefenen vanwege zijn vervalsingen en leugens.” In mei 2011 wordt de advocaat nog eens in een civiele zaak veroordeeld tot terugbetaling van de 305.000 euro aan de failliete boedel.

‘Bewijs het tegendeel maar eens’
Dan is inmiddels ook het moment aangebroken dat Roelevink zich in Nederland voor de rechtbank moet verantwoorden. Met het Openbaar Ministerie wordt afgesproken dat hij bij terugkomst in Nederland niet zal worden gearresteerd. Vertrouwend op die afspraak reist Roelevink in de zomer van 2011 met zijn gezin terug naar Nederland.
Roelevink verblijft eerst een poos in het Zuid-Franse Nice, waar ze met een cruiseschip vanuit Zuid-Afrika zijn aangekomen. Maar als hij eind augustus de Visserijdagen in Harlingen bezoekt, wordt hij gearresteerd in hotel-restaurant Anna Casparii.
“Ik had een oud gijzelingsbevel en toen hij werd gespot, heb ik de officier van justitie gebeld om de politie in te schakelen”, vertelt Pasma. Roelevink hield volgens de curator informatie achter over het faillissement van zijn verzekeringskantoor.
“Roelevink zat elke dag bij Anna Casparii aan een kop koffie of een glas wijn. Toen hij twee dienders zag binnenkomen, vluchtte hij naar de wc. Daar bleef hij een half uur zitten. Uiteindelijk zei een agent: ‘Nol, we weten dat je hier zit. Trek je broek maar omhoog en kom naar buiten.’”
Roelevink weerspreekt de beschrijving van Pasma met klem. “Zo is het nooit gegaan”, reageert hij. “Ik ben vrijwillig meegegaan, met een stop bij mijn huis om een tandenborstel op te halen. Dat hele verhaal over een wc en ‘broek omhoog’ is totale onzin.”
Hij wordt naar het huis van bewaring De Marwei in Leeuwarden gebracht. ‘Voortvluchtige Fries na acht jaar gepakt’, kopt de Leeuwarder Courant op de voorpagina. In De Marwei wordt hij in gijzeling gehouden zolang hij geen uitleg geeft over het verdwenen geld uit zijn failliete onderneming. Maar Roelevink blijft zwijgen.
“Elke week bezocht ik hem in de gevangenis”, zegt Pasma. “‘Nol, waar is die 305.000 euro gebleven?’ Drie maanden hield hij z’n mond. Maar het geld was natuurlijk op. Toen ik vroeg hoe hij hier in Nederland rondkwam, zei hij: ‘Mijn kinderen onderhouden me.’ Zijn dochter werkte en stortte haar salaris in de huishoudpot. Dat geloofde ik niet, maar ja, bewijs het tegendeel maar eens.”

‘Fraude is te ingewikkeld’
Roelevink bezoekt vanuit de Marwei de zitting van de noordelijke fraudekamer, maar ook daar blijft hij zwijgen over de transacties naar Zuid-Afrika. De officier van justitie eist acht maanden wegens bedrieglijke bankbreuk en witwassen.
Dan volgt een verrassende uitspraak: ondanks alle twijfels en bedenkingen die de rechters hebben over de aandelenverkoop van de gevelreiniger wordt Roelevink op 30 september 2011 vrijgesproken. “Daar ging het mis”, zegt Pasma. “De officier van justitie bewees niet dat Roelevink aandelen had onttrokken in het zicht van faillissement. In de tenlastelegging stond ‘305.000 euro, althans een hoeveelheid geld’, maar het ging om aandelen. De rechters zagen de fouten in de aanklacht en wezen daar op in hun vonnis.”
Voor de tweede keer wordt Roelevink vrijgesproken, in een zaak die overeenkomsten heeft met de eerdere rechtszaak in Zuid-Afrika. In beide gevallen draait het om aandelentransacties, waarbij zakenpartners zich door slimme praatjes bedrogen voelen en met lege handen achterblijven.
Die vrijspraak zit de curator nog steeds dwars. “Die zaak duurde een hele dag. Drie rechters, een sul van een officier, en ik wist: dit komt niet goed. De rechters hoopten dat de officier de tenlastelegging zou aanpassen, maar dat deed hij niet.”
Pasma ziet hierin een breder probleem. “Fraudezaken staan bij justitie onderaan de ladder. Officieren willen scoren met moord en doodslag, en tegenwoordig ook discriminatie. Fraude is te ingewikkeld. Daar heb je specialisten voor nodig.”
Hij noemt nog een andere reden waarom fraude vaak niet tot veroordelingen, of zelfs maar aangiftes, leidt. “Mensen schamen zich dat ze zijn opgelicht. Het duurde lang voordat ik over die uitvinders van de gevelreiniger hoorde en ze bereid waren met de FIOD te praten. Toen begon ik het te begrijpen: zijn slachtoffers kwamen vaak uit zijn vriendenkring. Ze sprongen allemaal bij hem op de bagagedrager. Hij reed rond in een Aston Martin en op een Harley, en die jongens zagen het helemaal zitten. Ze wilden ook miljonair worden.”
Een schikking van 10.000 euro
Na de vrijspraak van Roelevink heeft Pasma naar eigen zeggen maar liefst vier keer bij de officier van justitie aangedrongen op hoger beroep, maar daar gebeurt niets mee.
In november wordt Roelevink ook vrijgelaten uit faillissementsgijzeling in de Marwei. De rechtbank oordeelt dat hij niet langer verplicht is om meer informatie over zijn bankroet te verstrekken. En zo blijkt ook hier faillissementsfraude niet te bewijzen.
Om zijn persoonlijk faillissement op te heffen, komt Roelevink een schikking van 10.000 euro overeen met Pasma. Uiteindelijk wikkelt de curator het dossier af, en in september 2015 wordt Roelevinks persoonlijk faillissement officieel opgeheven.
In zijn verslag schrijft de curator dat het hem niet is gelukt om andere inkomensbronnen van Roelevink te achterhalen. En ook de overeengekomen schikking van 10.000 euro wordt uiteindelijk niet betaald.
“Weer liet de heer Roelevink het afweten, met de informatie dat de financiering nog niet rond was en dat hij drukdoende was”, noteert Pasma. Hij noemt Roelevinks verklaringen “volstrekt ongeloofwaardig”.

‘Ik heb dat huis van hem op Bonaire betaald’
“Iedereen speelt een spel en probeert er voor zichzelf het beste uit te halen”, zegt Roelevink over zijn strijd met Pasma. “Eigenlijk waren we best aan elkaar gewaagd. Hij is een handige donder. Zijn secretaresse zei eens tegen me: ‘Meneer Roelevink, hij heeft nog nooit iemand gehad die zo tegen hem praat.’ Maar kijk, ik laat me niet in het verdomhoekje zetten. Wat recht is, is recht, en wat krom is, is krom.”
Hoewel hij destijds in de rechtbank zweeg, wil Roelevink nu wel iets kwijt over de beschuldigingen. Volgens hem heeft hij de aandelen van Skybrush niet onttrokken in het zicht van het faillissement, en klopt het ook niet dat hij de uitvinders van de gevelreiniger ooit geld heeft beloofd.
“Er is een overeenkomst getekend door de broers waarin ik hun aandelen overnam om hun gevelreiniger internationaal te ontwikkelen. In ruil daarvoor kregen zij de exclusieve rechten voor de Nederlandse markt.” Alleen zegt Roelevink dat hij die overeenkomst niet meer in zijn bezit heeft.
Volgens Roelevink wist curator Pasma dat er geld te halen viel en ging hij door met procederen, totdat hij vijf tot zeven ton zou hebben opgestreken. “Pasma heeft zoveel uren geschreven dat dat geld niet naar de schuldeisers is gegaan. Ik kan wel stellen dat ik dat huis van hem op Bonaire heb betaald.”
Pasma wijst de beweringen resoluut van de hand. “Zoveel heb ik niet opgestreken, en al helemaal niet om mijn huis op Bonaire van te betalen”, zegt hij. Volgens de aankoopakte kocht hij dat huis al in juli 2010, ruim voordat zijn salaris van bijna drie ton in 2015 door de rechtbank werd vastgesteld.
“Een curator ontvangt pas salaris als het faillissement is afgewikkeld. Roelevink vergeet dat ik alles vanuit mijn kantoor twaalf jaar lang heb voorgeschoten, inclusief de kosten voor accountants.” Het financieel eindverslag uit september 2015 toont aan dat het geld dat overbleef van de binnengehaalde 731.866 euro ging naar bevoorrechte schuldeisers, zoals de belastingdienst (ruim drie ton) en het UWV (bijna 127.000 euro).
En hoe liep het af met de Skybrush, de revolutionaire gevelreiniger die wereldwijd zou worden uitgerold? Van die plannen is niets terechtgekomen, zegt een van de broers uit Makkum. “Het bedrijf in Houten wilde al snel zijn eigen machines bouwen, maar dat is volledig mislukt. We hebben er nooit meer iets van gehoord.”
Voor zijn schoonmaakbedrijf heeft hij inmiddels een derde versie van de gevelreiniger ontwikkeld. “We hebben die helemaal zelf gebouwd, zonder andere partijen of patenten. Het is een succesvolle machine. We hebben continu grote opdrachtgevers.”
Dit is deel 2 van een drieluik over de handel en wandel van Nol Roelevink. Lees hier deel 1 en deel 3.
